mIJN HAPTONOMIE KAN HULP BIEDEN BIJ HET vOLGENDE

emoties, stemmingen:

ik weet niet goed wat ik voel.
ik voel me somber.
ik denk vaak negatief.
ik pieker veel.
ik durf me niet te uiten.
ik kan m’n verdriet of woede niet kwijt.
ik voel me angstig.
ik voel me eenzaam.

 

hooggevoeligheid:

ik voel me anders dan anderen.
ik voel beter wat een ander voelt dan wat ik zelf voel.
ik voel me overweldigd door gevoelens.
ik voel me onbegrepen.ik kan niet lang in grote menigten zijn.
ik kan niet omgaan met kritiek.

energie:

ik ben moe.
ik heb stress.
ik voel me passief en leeg.
ik kan niet in beweging komen.
ik kan geen rust vinden.
ik heb burn-out klachten.
ik geef teveel en ontvang moeilijk.
ik ga over m’n grenzen.
ik word moe van sommige mensen.

zelfbeeld/zelfvertrouwen:

ik vind mezelf niet de moeite waard.
ik durf m’n verlangens niet te volgen.
Ik ben bang voor afwijzing.
ik vind mezelf niet mooi.
ik heb moeite met keuzes.
alles ligt vaak aan mij.
ik vind het moeilijk om door te zetten als ik ergens aan begin.
ik doe zo m’n best, maar het is nooit genoeg.

zingeving:

Ik vraag me af wat mijn bestemming is.
welke kant zal ik opgaan in m’n werk?
waar liggen m’n talenten, m’n passie?
wie ben ik nu werkelijk?
ik zoek een diepere betekenis van het leven.
ik zoek een dieper contact met mezelf.

Stem en adem::

ik adem te hoog.
ik heb het soms benauwd.
|ik hyperventileer.

mijn stem is hees.
mijn stem klinkt zacht.
ik heb keelpijn.
ik durf niets te zeggen in gezelschap.
praten gaat moeizaam.
ik kan niet goed luisteren.

lichamelijke spanningen/pijn:

ik heb hoofdpijn of buikpijn.
ik ben misselijk.
ik voel me gespannen.
ik heb klachten zonder duidelijke oorzaak.
mijn rug doet pijn

relaties:

ik durf me niet te verbinden.
onze relatie loopt niet lekker.
mijn partner begrijpt me niet.
we kunnen niet goed met elkaar praten.
ik kan de scheiding niet accepteren.
ik ben nog bezig met m’n ex.
ik weet niet wat m’n behoeftes in de relatie zijn.
ik vind het lastig om hulp te vragen.
ik durf mezelf niet kwetsbaar op te stellen.
Ik kan m’n plek niet innemen in de familie.
Ik voel me misbruikt.

trauma en verlies:

rouwen valt me zwaar.
ik kan niet huilen.
ik kan m’n verlies niet accepteren.
ik voel me geblokkeerd.
m’n leven lijkt stil te staan.
ik ben steeds op de vlucht voor mezelf.
ik durf m’n verdriet niet te voelen.